Formatie kan snoeien en bloeien in hoger onderwijs

Nieuws | de redactie
5 april 2017 | De OV-kaart afschaffen levert €830 miljoen op. Het collegegeld oplopend met €2.000 verhogen levert een bezuiniging op van structureel €1.1 miljard en het invoeren van de basisbeurs kost €800 miljoen. Bij de formatie krijgen de onderhandelaars van het ministerie van Financiën een keur aan voorstellen voorgeschoteld.

Het ministerie van financiën heeft een inventarisatie gemaakt van mogelijke bezuinigen en investeringen op alle ministeries. Deze dient als handreiking voor de kabinetsonderhandelingen. OCW-ambtenaren hebben ook niet stil gezeten voor hun input voor financiën en komen ook met een reeks eventuele ombuigingen of investeringen in het hoger onderwijs. wetenschap en de studiefinanciering. Financiën noteert wel de disclaimer dat bij aanpassingen in de studiefinanciering er sprake moet zijn van een overgangsrecht, anders is het moeilijk te realiseren.

Sterkere prikkel tot onderwijskwaliteit

De ingreep die het meeste geld oplevert op de OCW-begroting is het afschaffen van de OV-kaart. Dit leidt tot een besparing van €830 miljoen. Een andere grote bezuiniging zou zijn om het collegegeld jaarlijks te verhogen met €200 euro tot een uiteindelijke verhoging van €2000. Dit levert over tien jaar een besparing op van €1,1 miljard.

In de toelichting schijft ambtelijk OCW: “Overweging voor collegegeldverhoging is dat het hoger onderwijs vooral het eigenbelang van studenten dient (profijtbeginsel), dat een grotere eigen bijdrage leidt tot meer betrokkenheid van de student en zo tot een sterkere prikkel tot onderwijskwaliteit, terwijl de toegankelijkheid van het hoger onderwijs geborgd blijft via het studievoorschot.”

Een maatregel waarvan niet moet worden uitgesloten dat deze bij de formateur Edith Schippers op tafel komt is de versobering van de OV-kaart. Hoewel het CDA-congres deze versobering nipt uit het verkiezingsprogramma wist te schrappen, is dit al een langere wens van de VVD. Ook Alexander Pechtold lijkt hier wel ontvankelijk voor, zo liet hij eerder weten.

De OCW-ambtenaren rekenen voor dat een derde van het reisgedrag van studenten niet studiegerelateerd is. Een mobiliteitskaart met een bepaald reisbedrag voor studenten is een van de voorstellen. Dit zou voor OCW, zo’n €450 miljoen opleveren. Omdat de NS het ministerie van Infrastructuur in de tang heeft moeten zij opdraaien voor verliezen die het gevolg zijn van versoberingen van de OV-kaart, zo waarschuwt ambtelijk OCW.

Vrijgeven collegegeld voor de master

Een andere maatregel die veel geld oplevert voor OCW is het vrijgeven van de collegegelden van de master. “De verantwoordelijkheid voor de masterfase gaat in het geheel over aan de student en de instelling, met uitzondering van de kwaliteitscontrole, het markttoezicht en de borging van de toegankelijkheid via een sociaal stelsel van collegegeldkrediet en studieleningen.” Structureel levert dit een besparing op van €532 miljoen.

Wel waarschuwen de ambtenaren van OCW dat deze bezuinig nadelige effecten kan hebben. “Een substantieel hoger collegegeld kan een negatieve invloed hebben op de beslissing om een master te gaan volgen, dit effect is mogelijk groter voor langjarige masteropleidingen. Ook zou een student ervoor kunnen kiezen om in het buitenland te gaan studeren waar het goedkoper is. Deze mogelijke effecten zijn niet meegenomen in de berekening.”

Langstudeerboete is weer terug

Ook de langstudeerboete is weer terug van weggeweest. Het verhogen van het collegegeld met €3.000 voor voltijdstudenten die langer dan een jaar uitlopen in de bachelor of in master. Deze maatregel betreft de opbrengst van het extra collegegeld op basis van de huidige aantallen langstudeerders. De rijksbijdrage aan de instellingen wordt dan navenant verlaagd.

OCW lijkt te hebben geleerd van de felle protesten in 2010 tegen de langstudeerboete, want nu wordt er in dit voorstel wel met een cohortgarantie gewerkt waardoor het pas in 2021 geld oplevert en structureel €110 miljoen. Overige maatregelen in de studiefinanciering zijn de leenvoorwaarden versoberen door de aflostijd van nu 35 jaar te verkorten of door de rente op de lening te verhogen. Dat levert beide zo’n €100 miljoen op. Varianten op deze twee laatste voorstellen presenteerde ook het CDA en de CU in hun CPB-doorrekeningen.

€200 miljoen korten op de wetenschap?

Tot slot het wetenschappelijk onderzoek. De kenniscoalitie stelt dat het broodnodig is om een miljard te investeren om de Wetenschapsagenda van Rutte-II ten uitvoer te kunnen brengen. Zo ver wil ambtelijk OCW niet gaan bij de investeringslijst, maar als er een bezuiniging komt van €200 miljoen zoals in de inventarisatielijst staat, dan kan dat wel de uitvoering van de Wetenschapsagenda onder druk zetten.

Zij verwijzen daarbij naar het recent uitgevoerde interdepartementaal beleidsonderzoek wetenschappelijk onderzoek. “Het recent afgeronde IBO concludeert dat de Nederlandse wetenschap met een gemiddeld niveau van publieke middelen topprestaties bereikt. Minder geld voor wetenschappelijk onderzoek kan de uitvoering van de Nationale Wetenschapsagenda onder druk zetten.”

Ook het ministerie van Economische Zaken laat in de inventarisatie gelden voor onderzoek niet ongemoeid. Het stoppen met het topsectorenbeleid levert structureel €150 miljoen op. Zou het ministerie alle bijdragen aan publiek-private innovatie investeringen stopzetten, 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK