Burgerschap puzzel voor docenten

Nieuws | de redactie
7 maart 2017 | Jongeren lijken steeds minder politiek betrokken. Hoe ga je in de klas het gesprek aan over onderwerpen als democratie en burgerschap? Bij het CollegeCafé van FLOOR HvA gingen PvdA-raadslid en docent Sofyan Mbarki, HvA-docent en onderzoek Hessel Nieuwelink en hoogleraar Rens Vliegenthart in discussie.

Hessel Nieuwelink doet onderzoek naar de ontwikkeling van democratische gezindheid onder jongeren. Daarnaast is hij docent bij de HvA-lerarenopleiding maatschappijleer. “Je ziet dat jongeren tussen de veertien en zestien in Nederland minder kennis van de politiek hebben dan hun leeftijdgenoten in andere Europese landen,” vertelt Nieuwelink. “Wat daarbij opvalt is dat de kennis van en participatie in politiek in Nederland zeer ongelijk is verdeeld. Het sociaal milieu waar jongeren vandaan komen is zeer bepalend.”

Een lastig politiek systeem

Rens Vliegenthart nuanceert. “Politieke kennis meten en vergelijken tussen landen is methodologisch wel tricky. Het Nederlandse politieke systeem is gewoon een best lastig systeem dat wel even tijd vergt om goed uit te leggen.”

Nieuwelink erkent dat, maar het neemt niet weg dat er een belangrijke rol lijkt weggelegd voor de school en de docent in de burgerschapsvorming van jongeren. “De school doet er toe en in Nederland doen scholen toch niet zo veel aan burgerschapsonderwijs. Dat zie je zeker in het vmbo en het mbo.”

Sofyan Mbarki is teammanager op het Calvijn College in Amsterdam-West. Hij onderstreept het belang van de docent in het gesprek dat leerlingen voeren over politiek en democratie. “Het begint eigenlijk al met hoe dit soort onderwerpen besproken worden in de lerarenkamer. Als je er daar al niet voor uit mag komen dat je PVV stemmen, lukt het in de klas ook niet. Je mag het wel met elkaar oneens zijn, als het maar een veilige omgeving is om je mening te uiten.”

Gefragmenteerd medialandschap

Lastig in die discussie over hoe om te gaan met politiek is het grote verschil in gebruik van media tussen jongeren en oudere generaties, ziet ook Mbarki. “Jongere docenten hebben hele andere opvattingen over het gebruik van sociale media dan hun oudere collega’s. Die gaan liever vlogs maken, terwijl de oudere docenten liever politieke flyers gaan analyseren.”

Rens Vliegenthart doet onderzoek naar het mediagebruik van jongeren. Hij is minder sceptisch over de politieke betrokkenheid van jongeren. “Ik zou waken voor al te veel pessimisme. Mijn indruk van politieke participatie is dat de klassieke vormen ervan wel teruglopen, maar dat er ook nieuwe vormen van engagement voor terugkomen. Die nieuwe vormen moet je wel meenemen. Ik zou het niet te somber inzien.”

Wat Vliegenthart wel ziet is dat er een enorme fragmentatie is ontstaan in het aanbod aan media. “Bij de verkiezingen van 2012 was de importantie van het NOS journaal nog veel groter dan nu het geval is. Er is echt een veelheid aan plekken waar jongeren hun informatie vandaan kunnen halen.” Toch gaat het de UvA-hoogleraar te ver om te stellen dat verkiezingen gewonnen worden op sociale media. “De invloed neemt wel toe, maar zo extreem is het niet.”

Burgerschap een thema voor iedere docent

De gefragmenteerde media zorgen er voor dat het voor docenten misschien nog wel iets moeilijker is om aan burgerschapsvorming van jongeren te doen. De Onderwijsinspectie concludeerde onlangs al dat er wel degelijk aan burgerschapsonderwijs wordt gedaan, maar dat er te weinig samenhang is en dat een planmatige aanpak ontbreekt.

Sofyan Mbarki ziet dat ook gebeuren. “Je ziet wel dat leerlingen wel degelijk interesse in politiek hebben, maar dat een docent niet precies weet wat daartoe moet worden aangedragen. Het gaat er om dat je het terugbrengt naar voor de leerlingen dagelijkse praktijk.”

Dat zou kunnen betekenen dat burgerschap een thema is dat doorheen alle vakken een rol van betekenis speelt. Ook de docent scheikunde of biologie kan in zijn lessen geconfronteerd worden met maatschappelijke discussies en moet daar op in kunnen spelen. Volgens Hessel Nieuwelink is het naïef om dat te verwachten.

“Het is gewoon ontzettend ingewikkeld om het over dergelijke onderwerpen met een klas te hebben. Dat doe je gewoon niet even als docent scheikunde. Iedereen moet het maar opeens gaan doen, maar het werkt gewoon niet zoals we willen. Het is het zelfde als met docenten die mentor moeten zijn. Dat moet ook iedereen, maar in de praktijk zoek je toch de docenten die dat het beste kunnen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK