Geef ouders de regie terug in opvoeding

Nieuws | de redactie
22 februari 2017 | Op 9 maart wordt Chris Kuiper geïnstalleerd als lector Transformaties in de zorg voor jeugd op de Hogeschool Leiden. Hij beschouwt deze transformaties kritisch, maar geeft ook met praktische oplossingen mede vorm aan de veranderingen.

De politiek heeft gekozen voor een aantal stelselwijzigingen. Deels om financiële redenen, maar zeker ook inhoudelijk: er moet letterlijk en figuurlijk dichter bij huis worden geïntervenieerd, zowel in zorg als in onderwijs. Met meer verantwoordelijkheid voor jongeren en familie in de buurt, ook wel bekend als de participatiesamenleving.

Perverse prikkels in het systeem 

De systeemwijzigingen waren nodig doordat er enkele perverse prikkels in het systeem zaten, vertelt Kuiper. “Wat je afgelopen jaren hebt gezien is wat ik slagboomdiagnostiek noem. Een kind kon alleen naar het speciaal onderwijs als het een diagnose had. Vanaf toen had elke klas wel een paar kinderen met adhd of een rugzakje. Wanneer er geld gekoppeld zit aan de diagnose dan worden er meer diagnoses gesteld.” 

In het huidige beleid wordt geprobeerd minder diagnoses te stellen en gedacht vanuit het principe ‘gewoon als het kan en speciaal als het moet’. Kuiper: “Het gaat er niet om of een kind een diagnose heeft, maar of hij ondersteuning nodig heeft. Het was bijna mode om rugzakjes aan te vragen voor kinderen, dat was een averechtse prikkel.” 

Geef ouders de verantwoordelijkheid 

Belangrijke transformatiedoelstellingen in de jeugdzorg en het onderwijs zijn om ouders weer de verantwoordelijkheid en regie over de opvoeding te geven, de bureaucratie terug te dringen en meer preventief op te treden, vertelt Kuiper. “Dat kan bijvoorbeeld door zowel ouders, docenten als jeugdzorgprofessionals meer vrijheid te geven om beslissingen te nemen zonder eerst allerlei aanvragen te moeten doen.” 

Op dat gebied doet de lector onderzoek in het project Moving, waarbij zorg, onderwijs en ouders dichter bij elkaar worden gebracht met als doel de overgang van leerlingen van het basis- naar voortgezet onderwijs te vergemakkelijken. 

“Het oorspronkelijke programma is in Engeland ontwikkeld voor jongeren met autisme, en bewezen effectief. We hebben het bewerkt voor de Nederlandse situatie, voor jongeren die minder makkelijk communiceren en minder flexibel zijn. Als zij van hun vertrouwde basisschool naar voortgezet onderwijs gaan kunnen zij daar de hulpmiddelen uit het programma bij gebruiken. Wanneer iemand minder goed is in rekenen krijgt hij rekenbijles. Wanneer  iemand moeite heeft met contacten maken zou hij daar ook ‘bijles’ in kunnen krijgen , toch?  Zo proberen we deze begeleiding bij de overstap te onderzoeken als een integraal pakket van zorg-onderwijs.” 

Kennis bij elkaar brengen 

Deelname aan het programma gebeurt op basis van de inschattingen van ouders en basisschooldocenten. Dat is best spannend. “Hun beelden zijn niet altijd hetzelfde en worden ook in 10 minuten gesprekken niet volledig op elkaar afgestemd. En de mentor op de middelbare school heeft al helemaal geen beeld. Daarom zetten we ze ook bij elkaar tijdens het programma. Met een goede gebruiksaanwijzing voor zowel ouders, docenten en leerlingen word wetenschappelijke kennis over wat werkt bij elkaar gebracht.” 

Een van de onderzoeksvragen die Kuiper wil beantwoorden is of je docenten en ouders kunt vertrouwen in hun oordeel over of een kind dergelijke ondersteuning nodig heeft. Kunnen zij bepalen of een kind deze ‘bijles’ nodig heeft, of moet je toch diagnosticeren? “Als de docent aangeeft dat een leerling baat heeft bij zo’n programma, klopt dat ook? Wanneer het oordeel van de professional mindergoed  blijkt kun je beter een screeningsinstrument gebruiken.” Dat checkt Kuiper door in de pilot van dit onderzoek de lijst van door de leraar aangedragen leerlingen te vergelijken met de uitkomst van een screening. 

Kuiper: “We moeten er op leren vertrouwen dat de inschatting van ouders en professionals heel valide kan zijn. Docenten voelden eerder ook wel dat er iets aan de hand was, maar kregen pas ondersteuning als de handtekening van een arts onder een aanvraag stond. Het is de vraag of die tussenstap altijd zo hard nodig is.” 

Luisteren naar de juiste stem 

Dergelijke praktische onderzoeken, die Kuiper met onderzoekers en studenten uitvoert in zowel de onderwijs- als zorgsector, leiden tot praktische oplossingen. “In de zorg is het precies hetzelfde. Professionals hebben bij wijze van spreken al honderden jaren ervaring in jeugdzorg en residentiele jeugdzorg. Nu moeten we het met 30 procent minder geld doen. De vraag is of beleidsmakers bij een dergelijk besluit  altijd naar de juiste stem luisteren. In mijn lectoraat staat de vraag centraal: wat hebben een ouder, een kind en een professional nou nodig om jongeren goed te laten opgroeien? Wordt hun stem ook voldoende gehoord en kunnen we het geld zo betekenisvol mogelijk uitgeven?”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK