Alternatieve waarheid over Wetenschapsagenda

Nieuws | de redactie
8 februari 2017 | “Nederland is een uitzonderlijk land in de slechte zin van het woord.” Alexander Rinnooy Kan oud-voorzitter van de Wetenschapsagenda wil meer investeringen in onderzoek. Vanuit OCW wordt daar een ‘alternatieve waarheid’ tegenover gesteld en zegt men dat men nu al aan de slag kan met de Wetenschapsagenda.

In de Glazen Zaal in Den Haag werd er een debat georganiseerd over welk overheidsbeleid voor een toekomstbestendig kennisland kan zorgen. Gastvrouw van de middag was Louise Gunning, voorzitter van de Wetenschapsagenda. Andere genodigden waren haar voorganger Alexander Rinnooy Kan, Emmo Meijer, Raadslid van de Adviesraad voor Wetenschap Technologie en Innovatie en Michiel van den Hauten, directeur wetenschapsbeleid op het ministerie van OCW. 

Volgend kabinet verleiden 

Louise Gunning trapte het debat af en zette meteen uiteen wat de inzet was van de Wetenschapsagenda. “Er zijn 12.000 vragen gesteld, zoveel Nederlandsers hebben de moeite genomen om die vragen in te dienen, dat hebben we tot een prachtige agenda gemaakt. We moeten nu een aantal onderzoeksprogramma’s opstellen die Nederland echt beter kunnen maken. We moeten daarom een volgend kabinet verleiden om daar ook in te investeren.” 

Raadslid van de AWTI en KNAW-lid Emmo Meijer die onlangs nog voor de regering een advies schreef dat er 1 miljard extra geïnvesteerd moest worden in wetenschap onderschreef dit betoog. “Ik ben altijd geneigd om te kijken wat er in de omringende landen gebeurt. Dan maak ik mij wel zorgen, want de investeringen daar liggen op een veel hoger niveau dan in Nederland. Wij doen het met weinig middelen heel erg goed tot op heden, maar de vraag is wat dat betekent voor de komende decennia. Ik denk dat de rol van de overheid nadrukkelijk verzwakt is op dit moment.” 

Dit kan zoveel beter 

Ook Louise Gunning zag dat de publieke investeringen achterop beginnen te raken. “Het valt op dat die publiek-private samenwerking met het bedrijfsleven de afgelopen jaren sterk gegroeid is. Maar de onderzoekers die samen met de overheid en andere publieke organisaties ook voor innovatie moeten zorgen zijn echt achterop geraakt. Dit kan zoveel beter.” 

Meijer die was ook weinig hoopvol als hij keek naar de verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen. “Het gaat ook om de aandacht voor wetenschap, ook in aanloop naar de komende verkiezingen. Je ziet dat dit hele thema geen rol speelt. Het gaat over zorg, immigratie en de EU, maar als je de programma’s leest is er geen pleidooi voor kennis en innovatie.”  

Snap het heel goed 

De directeur wetenschapsbeleid van OCW, Michiel van den Hauten bezag ook dat tijdens de verkiezingen investeren in wetenschap moet concurreren met andere beleidsterreinen. “Dit is een pleidooi dat wij heel goed kennen. De afgelopen periode zijn er verschillende rapporten geweest die zeggen dat je meer moet investeren in Wetenschap. Ik snap dat pleidooi zeker vanuit het perspectief dat Nederland het nu nog heel goed doet.” 

“Wat je afgelopen jaren wel gezien hebt en – dat geldt voor alle overheidsdomeinen – is een beperking van de overheidsuitgaven. In dit verband worden dan vaak de aardgasbaten genoemd die niet meer naar innovatie gaan. Maar ook op de vakdepartementen los van OCW wordt er minder geïnvesteerd in innovatie. Met de huidige economische cijfers ligt er wel weer een kans om te investeren. Maar inderdaad, in de huidige verkiezingsprogramma’s zijn er heel veel concurrerende onderwerpen, het wordt heel moeilijk om daar tussen te komen.”  

Louise Gunning was bang dat er niets zou gebeuren met de Wetenschapsagenda als er geen investeringen tegen overstaan. “Het gevaarlijke is dat er niets gebeurd met deze Wetenschapsagenda. In de pijplijn zitten nog voortreffelijke wetenschappers die nog hele mooi papers zullen schijven en dat wij nog wel een tijdje bovenaan de ranglijstjes zullen staan. Je moet nu aan het werk als Nederland, als je niet over tien jaar wakker wil worden en je tot de ontdekking komt dat het uit je vingers is geglipt.” 

Het zal wel 

Emmo Meijer hekelde ook de goede intenties, maar het gebrek aan beleid ten aanzien van de Wetenschapsagenda. “Het woordgebruik en de intenties zijn wel mooi, maar als je kijkt naar wat er gaat gebeuren en welke actoren nu echt iets gaan doen, dan wordt zo’n verhaal heel erg onduidelijk. Dat zie je ook in de Valorisatienota van Sander Dekker. Die begint eigenlijk heel goed, maar dat eindigt niet in maatregelen, maar in een paar uitspraken waarvan ik denk: ‘het zal wel.’” 

Alexander Rinnooy Kan die eerder voorzitter was van de Wetenschapsagenda en die later kwam aanschuiven herhaalde wat de eerdere sprekers ook al gezegd hadden, maar dan wat pregnanter. “Wij hebben onvoldoende geïnvesteerd in de publieke onderzoeksmiddelen, dat is onmiskenbaar. Nederland is een uitzonderlijk land in de slechte zin van het woord. Onze onderzoeksmiddelen zijn de afgelopen jaren in absolute zin gedaald. In relatieve zin nu het BBP weer gaat groeien al helemaal. Om ons heen zijn er landen die het net zo moeilijk hadden als wij en die zijn er wel in geslaagd meer te investeren in onderzoek. We moeten daarom de komende kabinetsperiode achterstallig onderhoud plegen. Dat bedrag van 1 miljard begint gelukkig een eigen leven te leiden en dat verdient het ook.” 

Schaduw van dat bedrag 

De directeur Wetenschapsbeleid van het ministerie vond dat men bij de uitvoering van de Wetenschapsagenda niet blind moest staren op die 1 miljard. “Wat ik jammer vind is dat de schaduw van dat bedrag ook wel verlammend kan werken. Als je kijkt naar die Wetenschapsagenda dan zijn het fantastisch mooie vragen. Dan is het wel jammer dat we nu geen stappen verder zetten. Nu wordt vooral de kaart gespeeld: ‘om dit te kunnen doen, is er eigenlijk meer geld nodig.’ Er zitten volgens mij hele mooie vragen en routes in waar wetenschappers mee kunnen beginnen. Ik snap dat er naar de overheid en de politiek wordt gekeken en men de vraag stelt: ‘investeer nou de volgende keer.’ Dat is ook nodig dat is niet omstreden, maar je zou nu best wel meer stappen kunnen zetten.” 

Gunning verzette zich tegen de argumentatie vanuit OCW en wees erop dat als die investeringen er niet komen andere onderzoeksdomeinen verdwijnen omwille van de Wetenschapsagenda. “Als wij met dit huidige financiële Wetenschapssysteem de vragen van de Wetenschapsagenda willen gaan onderzoeken dan betekent dat dat je andere dingen niet kunt doen. De vraag is of in een systeem dat al zo uitgekleed is, het verstandig is om elementen daarvan ook echt weg te gooien.” 

Michiel van den Hauten stelde daar zijn eigen waarheid tegenover. “Wat je beschrijft is waar, maar mijn alternatieve waarheid is om het maar modern te zeggen, dat met die Wetenschapsagenda door alles disciplines heen wordt samengewerkt. Ik ben ook op die symposia geweest waar men op een bepaald thema met elkaar in gesprek ging en die dialoog leverde al veel verschillende inzichten op. Je maakt mij niet wijs dat je daar nu al niet verder meekunt.”

Frans van Heest


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK