De belofte van een zinvol studieprogramma

Nieuws | de redactie
11 januari 2017 | Hogeschool Leiden heeft de ambitie om studenten 32 uur in de week te laten studeren op de eigen hogeschool. “Het is nodig om studenten succesvol te kunnen laten studeren,” legt voorzitter Sander van den Eijnden uit. “Het is natuurlijk geen bezigheidstherapie, het zal gaan om betekenisvolle programma’s.”

Aan het begin van het nieuwe kalenderjaar presenteerde Sander van den Eijnden het nieuwe instellingsplan. Een jaar geleden vertrok hij als voorzitter van de Open Universiteit naar Hogeschool Leiden.

Vijf beloftes

Aan ScienceGuide legt hij uit wat de belangrijkste ambities zijn voor de hogeschool de komende zes jaar en beziet hij wat daarbij eventueel mis kan gaan. Studeren en je voorbereiden op de arbeidsmarkt is volgens hem geen makkelijke opgave voor studenten vandaag de dag. De hogeschool komt daarom met vijf beloftes. Waarbij de ambitie om studenten te helpen om voltijds 32 uur op de campus te studeren de belangrijkste is.

“Als je kijkt wat er in het hbo gebeurd en als je kijkt onder welke omstandigheden wij onderwijs ontwikkelen en verzorgen dan zijn deze beloftes erg voor de hand liggend,” legt Van den Eijnden uit. “Ze zijn niet in hersenkrakende hei-sessies door ons bedacht maar ze dienen zich vrij natuurlijk aan.”

Het eigen karakter van Hogeschool Leiden zorgt ervoor dat de belangrijkste ambitie van dit nieuwe instellingsplan ook gerealiseerd kan worden. “Wij zijn een hogeschool met 10.000 studenten op één locatie met relatief weinig opleidingen. We hebben 25 bachelor opleidingen en nog een aantal masteropleidingen.”

“Dat maakt het mogelijk om te beloven dat wij de komende jaren groeien naar een situatie waarbij studenten 32 uur van de week actief aan hun studie besteden. Niet alleen, maar samen met andere studenten en ook hier op de campus, zeker in de eerste jaren van hun studie, wanneer ze nog geen stage lopen en afstudeeropdrachten doen.”

Een dagvullend programma

“Wij vinden het belangrijk studenten hier op de campus van de hogeschool een programma krijgen aangeboden dat dagvullend is,” zegt de collegevoorzitter. “Dat wil niet zeggen dat zij een hele dag les krijgen, maar wel dat zij een hele dag met die opleiding bezig zijn. Studenten moeten elkaar bij de les houden. Je hebt daarbij ook opdrachten nodig die uitnodigen om te werken en je hebt voorzieningen nodig zoals een goede digitale leeromgeving.”

“De afgelopen jaren werkte ik bij de Open Universiteit, digitaal afstandsonderwijs voor volwassen studenten, zelfgestuurd, geweldig. Maar hier zijn de eerstejaars studenten flink onder de twintig, die hebben contact en structuur nodig.”

“En het moet van twee kanten komen. Als wij ons best doen voor de student, dan moet de student dat ook doen. Ik zie bij studenten ook vrijblijvendheid en laksheid, daar moeten we vanaf. Om te beginnen moeten wij duidelijker worden”.

Dit initiatief wordt niet zozeer een plan genoemd maar een belofte, legt Van den Eijnden uit. “Wij gebruiken voor alles het woord plan. Dit heet ook een instellingsplan, maar plannen maken dingen snel te makkelijk. Als je een goed plan hebt dan heb je het halve werk al gedaan is vaak de gedachte en als je dan maar ijverig werkt aan de S.M.A.R.T geformuleerde ambities en prestaties dan kom je er wel. En als het onverhoopt toch niet lukt dan wordt je ‘afrekenend’, niet leuk maar het gaat voorbij. En dan maak je een nieuw plan.

De werkelijkheid is toch een stuk complexer, ziet Van den Eijnden. “veel belangrijker is het perspectief en een belofte waar je trouw aan kunt zijn, waaraan je opnieuw begint als het tegenzit. Wij moeten alles in het werk stellen om studenten een programma aan te bieden die opleidt tot stevig professionaliteit.”

Geen makkelijke tijd om volwassen te worden

Daarbij ziet Van den Eijnden ook bedreigingen. “Van buiten zijn er natuurlijk allerlei dingen die studenten afleiden van die studie: variërend van betaald werk dat een economische realiteit is omdat studenten geld nodig hebben om te kunnen leven, maar er zijn ook allerlei zaken in de sociale en vrijetijdsfeer. Daarnaast zijn er studenten met echt serieuze persoonlijke problemen. Het is niet zo’n makkelijke tijd om volwassen te worden.”

“Als je kijkt wat er gebeurt in de wereld en wat er in de kranten staat dan roept dat toch een beeld op van een samenleving die behoorlijk onder druk staat. Bovendien is het aantal studenten dat een beroep doet op allerlei vormen van ondersteuning die te maken hebben met hun persoonlijke leven echt enorm gestegen bij ons, dat is bijna verdubbeld de afgelopen jaren.”

De voorzitter beziet daarbij dat de stap naar de arbeidsmarkt voor studenten steeds lastiger is geworden. “Het is niet makkelijk om volwassen te worden in een wereld die zoveel onzekerheden kent. Studenten zijn daarom geneigd om die stap naar die arbeidsmarkt en die professionaliteit uit te stellen. Zij weten vaak niet goed hoe ze die stap moeten zetten, weten ook niet wat hun plek in die wereld kan zijn. Je komt nu via een andere manier op de arbeidsmarkt dan via een goed gespecificeerde advertentie in de krant. Er spelen ook voor jonge mensen wezenlijke vragen en ik denk zelf dat dit heftiger zijn dan in de tijd dat ik studeerde.”

Volgens Van den Eijnden is er ook een toenemende ongelijkheid in het hoger onderwijs. “In Nederland zijn diploma’s ontzettend belangrijk en juist degene die het diploma het hardst nodig hebben halen dat het moeilijkst. Als je ouders hoogopgeleid zijn en een goed salaris hebben dan kun je nog een keer mislukken met een studie, maar als je dat niet hebt moet je veel meer bij de les gehouden worden. Als je het diploma niet haalt dan verlies je echt iets; kansen op de arbeidsmarkt en dus inkomsten later, redzaamheid.”

Het belang van het werkveld

Een ander belangrijk element in het instellingsplan is het werkveld dat een nadrukkelijke rol heeft binnen de hogeschool. “Het ‘werkveld’ was voor mij een tamelijk nieuw woord toen ik hier een jaar geleden begon, maar dat woord ‘werkveld’ komt hier verdraaid vaak langs. Juist dat streven naar een zelfstandige beroepsuitoefening en naar professioneel deel uitmaken van een beroepenveld motiveert studenten zeer. Dat vind ik echt een verschil met studenten in het WO. Als je een student aan een universiteit vraagt wat hij is dan zegt hij of zij: ‘ik ben een student.’ Terwijl studenten hier al heel snel zeggen ‘ik ben student, maar ik word ook verpleegkundige.’

“Dat is een ontzettende kracht in de motivatie en in de pedagogiek. Deze hogeschool is daarom heel sterk verbonden met het werkveld hier in de regio. Wij hebben ook heel veel opleidingen die een duidelijk uitstroomprofiel hebben. Dat geeft een mogelijkheid om direct het contact te leggen.”

Van den Eijnden heeft zich bij het schrijven van dit Instellingsplan niet laten leiden door de ontwikkelingen in Den Haag zoals bijvoorbeeld rond de kwaliteitsafspraken. “Wij hebben ons eigen plan gemaakt, wij wachten af wat er gaat gebeuren. Het zou wel echt winst zijn als tussen de overheid en hogescholen er een goed georganiseerd gesprek zou ontstaan. Over waar wij nu staan en wat wij met elkaar willen bereiken.”

“Wat moeten hogescholen nu doen en wat hebben zij daarvoor nodig. Zo’n gesprek en dialoog ook in de vorm van afspraken lijkt mij prima. Dan moeten wel de ambities en het DNA van een hogeschool daar in naar voren komen. Ik wacht dus af wat er precies op dit punt gebeurt, maar als we afspraken gaan maken dan wordt dit nieuwe instellingsplan het vertrekpunt, dit is wat wij willen en zijn.”

“Daar wil ik ook op aangesproken worden. Dit zijn beloftes waar je trouw aan kunt zijn. Ik wil dat echt realiseren en mijn stinkende best voor doen. Als het niet lukt wil ik weten waarom het niet lukt en wat ik er dan aan kan doen om het wel te laten lukken. We moeten niet over zes jaar zeggen: ‘we hebben dat plan en wat hebben we eigenlijk gedaan?’”

Daarbij benadrukt de voorzitter nogmaals dat die 32 uur per week studeren de belangrijkste belofte is. “Die 32 uur studeren is de belangrijkste ambitie. Dat is nodig om studenten succesvol te kunnen laten studeren. Het is geen bezigheidstherapie, het moet gaan om de zinvolle programma’s goed georganiseerd, als studenten daar samen in leren en studeren dan moeten wij in staat zijn om grote aantallen studenten naar een diploma te brengen dat is ook onze taak, daar zijn wij voor.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK