Verkapt verwijzen naar Armeense genocide

Nieuws | de redactie
20 mei 2016 | In Turkije mag geen kritiek worden geuit op de massamoord op Armeniërs. Ook in ons land raken allerlei mensen aangebrand als het punt aan de orde komt. De Leidse promovendus Alaettin Carikci onderzocht hoe kunstenaars en schrijvers dat in Turkije verfijnd verkapt toch agenderen.

Er woedt al jaren een ‘herinneringsoorlog’ in Turkije: Turken en Armeniërs betwisten of de massale moord op de Armeniërs een eeuw geleden genocide was. Ook over het aantal omgekomen Armeniërs bestaat geen consensus. Historici schatten dat er tussen 600.000 en anderhalf miljoen Armeniërs gedood zijn in een georganiseerde volkenmoord. De Turkse overheid heeft het echter over oorlogsslachtoffers en presenteert in geschiedenisboeken alleen het officiële standpunt.

Nadruk op afwezigheid

Hoewel de Turkse overheid de herdenking  censureert en probeert dood te zwijgen, zijn er veel kunstenaars – van zowel Turkse, Armeense als multinationale komaf – die reflecteren op de massamoord in het Ottomaanse rijk. De Turkse promovendus Alaettin Carikci onderzocht in ‘The Arts of Memory. The Remembrance of the Armenians in Turkey’ hoe hedendaagse kunstenaars en schrijvers dat doen in dit uitermate gevoelige culturele klimaat. Dat blijkt voornamelijk verhullend te gebeuren: ze benadrukken de afwezigheid van Armeniërs in het moderne Turkije.

Carikci: “Door aan te wijzen wat er niet is, gaat het publiek nadenken over wat er met de Ottomaanse Armeniërs is gebeurd en tegelijkertijd zegt de leegte iets over de ontkenning van de genocide en de censuur.” Opmerkelijk is bijvoorbeeld het kunstproject ‘Een broer en een zus’ van Ayse Erkmen. Zij plaatste in 2007 op twee belangrijke locaties in Istanbul, het Taksimplein en Harbiye, twee dubbelzijdige billboardposters.

De ene kant toonde een grote zwart-witfoto van een vrouw, de grootmoeder van Erkman, op de andere kant stond diens broer. Hun vader was vermoord en de broer vluchtte naar Sudan. Hierdoor leefden broer en zus de rest van hun leven gescheiden van elkaar. Onder de posters stond alleen: Een broer en een zus.

Gedurfde plek

Het Taksimplein met het grote Atatürkmonument is een gedurfde locatie. Door foto’s van haar Armeense oma en oom recht tegenover het monument voor Atatürk te positioneren, plaatst de kunstenaar de glorieuze en heroïsche visie op de geschiedenis naast haar persoonlijke herinnering die totaal anders is. Omdat de kunstwerken vaak verhullend zijn, heeft de Turkse overheid lang niet altijd door dat het om kritische kunst gaat, aldus Carikci.

Alleen de goede verstaander begrijpt dat het werk verwijst naar de moord op de Armeniërs. Hij noemt het werk van Erkman een  tegenmonument: het daagt het idee van monumentaliteit uit. Het verwijst niet naar de het verleden volgens nationale mythes, maar juist naar de afwezigheid van een collectief geheugen.

Naast literatuur en kunstprojecten analyseerde de promovendus ook de animatiefilm ‘Chienne d’histoire (2010) van de Frans-Armeense regisseur Avédikian De film gaat over de klopjacht op duizenden straathonden in Constantinopel in 1910. Ze werden allemaal naar een eiland gebracht en daar uitgeroeid. De film is volgens Carikci een allegorie die verwijst naar de Armeense genocide. “Als een retorische stijlfiguur kan een allegorie kan complexe concepten en ideeën uitbeelden door een verhaal te vertellen dat onder de oppervlakte een andere betekenis heeft.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK