Verbazing over verzet tegen 2032

Nieuws | de redactie
27 mei 2016 | De Twentse filosoof Peter-Paul Verbeek is niet alleen lid van de UNESCO Commission for Ethics of Science and Techniology, hij schrijft ook in 'de Ingenieur'. In dat KIVI-blad haalt hij uit naar de critici van Onderwijs2032 als BON. Hij hecht namelijk nogal aan "loodgieters met persoonsvorming."

In zijn podium-bijdrage in de mei-editie van het KIVI-magazine zet Verbeek, oud-president van De Jonge Akademie, uiteen waarom hij de hoofdpunten van kritiek op het advies van Paul Schnabel en de zijnen weinig steekhoudend vindt en zelfs ondermaats. Zo gispt hij een docente die in Buitenhof wegwuifde dat elke jongere van vandaag en straks nadrukkelijk gevormd zou moeten worden in burgerschap en persoonlijke vorming met de woorden: “Wij hebben helemaal geen loodgieters nodig die hun persoon hebben gevormd, we hebben gewoon loodgieters nodig!”

Weinig begrepen

Hij noemt dit type kritiek “verbazingwekkend”, omdat hierin een volstrekt gebrek aan visie naar voren komt op wat jongeren in hun ontwikkeling nodig hebben, als zij “met de complexe uitdagingen van onze tijd [moeten] kunnen omgaan. Dan moeten ze vooral goed kunnen schrijven en een goede redenering kunnen opzetten, over de grenzen van hun vakgebied heen kunnen kijken en zichzelf niet onzichtbaar maken in hun werk, maar zelf verantwoordelijkheid leren nemen en een kritische, geengageerde houding hebben.”

Een docent die “onomwonden durft te stellen dat loodgieters geen persoonsvorming nodig hebben”, heeft dan wel iets uit te leggen. In een wereld waarin de technologie alles in de samenleving en het bestaan van mensen doordringt, is juist ook zo’n technische vakvrouw een cruciale professional. De opvatting van die criticus van Onderwijs2032 laat daarom zien dat zij “maar weinig begrijpt van de eisen die onze tijd aan technisch opgeleiden stelt,” schrijft Verbeek.

Onderwjs is niet van leraren

Ook de kritiek van BON dient hij vanuit zijn vakgebeid en expertise van repliek. Daar meent men dat het advies van Schnabel niet wetenschappelijk onderbouwd is en bestaat uit “bij elkaar geharkte meningen.” Die gedachte “zet de wetenschap op de stoel van de politiek,” aldus Verbeek.

Het is vanzelfsprekend van groot belang dat een adviesclub als die van Schnabel zich uitvoerig vergewist van de relevante wetenschappelijke inzichten en “dat onderzoek moet zeer serieus genomen worden in het vormgeven van eeen curriculum.” Het is echter een denkfout dit te verwarren met de invulling van en keuzes bij een curriculum. Want de vraag daarnaar is “helemaal geen wetenschappelijke vraag, maar een politieke vraag die wij ons gezamenlijk, als samenleving stellen.”

Verwijzend naar de afwijzing door sommigen binnen de Onderwijscooperatie van een constructieve rol bij de discussie over Onderwijs2032 schrijft Verbeek puntig: “Het onderwijs is niet alleen van leraren of wetenschappers of belangenverenigingen, maar van iedereen.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK