Elk talent een plek

Nieuws | de redactie
11 april 2016 | Hogeschool Windesheim maakt zich er sterk voor dat iedere student zijn of haar talent ontplooit en een plek vindt in het hoger onderwijs en op de arbeidsmarkt. Studenten met een functiebeperking krijgen daar alle ruimte voor. “Het belangrijkst is een inclusieve organisatiecultuur,” zegt lector Sjiera de Vries.

Sjiera de Vries is lector Sociale Innovatie bij Hogeschool Windesheim en één van de hoofdsprekers bij het congres over inclusief werkgeverschap in Zwolle. Niet alleen in het onderwijs moet plek zijn voor iedereen, ook later op de werkvloer mag een functiebeperking geen belemmering zijn. Iedereen heeft specifieke kwaliteiten en iedereen moet juist daarop worden aangesproken, is het adagium. Dat geldt op de werkvloer, maar ook in de klas.

Meer innovatief vermogen 

Voor werkgevers zijn er verschillende beweegredenen om ook het vizier te richten op de groep mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, ziet De Vries. “Een aantal doet dat omdat het moet, volgens de participatiewet, maar vaak worden mensen actief vanuit persoonlijke drijfveren of een visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen , maar om te zorgen dat een collega die een ongeluk heeft gekregen of ziek is geworden toch kan blijven werken.” 

Een plek bieden aan de groep mensen met een functiebeperking kan voordelen bieden. Diversiteit in teams vergroot het innovatieve vermogen, zo blijkt uit cijfers, of dit nu diversiteit in achtergrond, denkbeelden of fysieke kenmerken is. Maar diversiteit faciliteren vergt wel iets van de organisatie. 

“Mensen hebben vaak meer moeite met het herkennen van de kwaliteiten van mensen in wie zij zich niet direct herkennen. Soms moet je daarvoor twee keer kijken, twee keer vragen,” zegt De Vries. “Ook vraagt de komst van een collega met functiebeperkingen soms aanpassingen. Niet alleen van de werkplek, maar ook van de manier waarop wordt samengewerkt of van begeleiden. Er verandert dus ook iets voor de collega’s. Als werkgever moet je daarom dus aandacht hebben voor nieuwkomers én voor zittende mensen, je moet zorgen voor een inclusieve organisatiecultuur.” 

Lessen uit de Verenigde Staten

Bert van Boggelen is de initiatiefnemer van de Normaalste Zaak: een netwerk van bedrijven in Nederland die zich bezighouden met de menselijke kant van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hij zag in de Verenigde Staten hoe bedrijven écht kijken naar hoe mensen te benutten zijn. 

“Een gehandicapte vrouw reed elke dag in haar rolstoel door een winkelcentrum. Ze kende iedereen, en maakte met iedereen een praatje. Op een dag besloot de eigenaar van de Starbucks om haar in te zetten voor het rondbrengen van koffie naar de medewerkers van andere bedrijven die zelf geen tijd hebben om koffie te gaan halen. Die vrouw vond het heerlijk dat ze op die manier een bijdrage kon leveren.” 

Volgens Sjiera de Vries is het zaak dat we niet de mensen vormen naar de bestaande banen, maar dat we dit omdraaien en kijken hoe we functies kunnen creëren naar de kwaliteit van personen. “Dan kan er opeens een heleboel. Volgens mij ligt daar ook een belangrijke taak voor HRM”, zegt De Vries. “Je moet af van het idee dat je iets moet doen voor zielige mensen. Het er juist om dat je de kwaliteiten benut van iedereen, ook als die kwaliteiten net wat anders zijn, of wat anders gecombineerd zijn, dan je gewend bent.” 

Het zijn lessen die op het congres worden getrokken voor een zaal vol HRM-professionals. Als grote hogeschool heeft Windesheim een dubbele rol: niet alleen als werkgever, maar ook als opleider van toekomstige werknemers. De hogeschool heeft het als speerpunt  benoemd om ook studenten die door een beperking minder gemakkelijk de studie doorlopen, optimaal te faciliteren. 

Maatwerk gevraagd

Aan het begin van het collegejaar in september 2015 sprak Windesheim zich nadrukkelijk uit op dit punt. “Door flexibel onderwijs te leveren, kunnen zij net zo goed presteren als hun collegastudenten en zelfs excelleren door hun specifieke talenten verder te ontwikkelen. Het aanbieden van meer alternatieve toetsvormen, een andere inrichting van onderwijs of stages: het moet tot de mogelijkheden gaan behoren,” zei collegevoorzitter Albert Cornelissen destijds.

Windesheim zit om de tafel met de betrokken instanties om ruimte in het onderwijs te bieden. Zo moeten excellente competenties kunnen compenseren voor minder ontwikkelde competenties, maar natuurlijk wel zo dat de kwaliteit van de toekomstige beroepsuitoefening niet in gevaar komt. “Dit vraagt om maatwerk. In nauwe samenwerking met examencommissies en – in voorkomende gevallen – met de NVAO, de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. Waar nodig zoeken we grenzen op. Vanzelfsprekend blijft het bachelorniveau hierbij gewaarborgd,” stelt de hogeschool. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK