Opleiden met de praktijk in het WO

Nieuws | de redactie
11 januari 2016 | Minister Bussemaker wil de universiteiten aanjagen hun lerarenopleidingen beter te doen functioneren. "Als leraar werken in het onderwijs kan een aantrekkelijk beroepsperspectief zijn voor veel studenten. De gekozen drieslag maakt de weg naar dat leraarschap aantrekkelijker."

In een brief aan de Kamer stelt de minister dat “met de gekozen drieslag (minor, tweejarige master en postgraduate opleiding) wordt beoogd kwalitatief hoogwaardige en voor studenten aantrekkelijke, efficiënte en goed toegankelijke en begaanbare leertrajecten uit te zetten en wordt een belangrijke stap gezet naar meer opleiden samen met en in de praktijk van het onderwijs. Als leraar werken in het onderwijs kan een aantrekkelijk beroepsperspectief zijn voor veel studenten. De gekozen drieslag maakt de weg naar dat leraarschap aantrekkelijker en draagt eraan bij dat ook in de toekomst voldoende mensen daarvoor zullen kiezen.”

Plannen zijn goed

“Ik vind de plannen van de universiteiten goed en ben ook blij dat de universiteiten hebben gekozen voor deze samenhangende aanpak. Er worden hiermee belangrijke stappen gezet om de maatschappelijk breed gedragen ambitie te realiseren dat in het voortgezet onderwijs meer goed opgeleide academische masters als leraar worden aangesteld. Ook draagt het bij aan het terugdringen van het onbevoegd lesgeven in het voortgezet onderwijs. Ik wil dan ook graag helpen om die stappen snel en succesvol te zetten.”

De minister bouwt daarbij voort op de aanzet die zij al gaf via het Techniekpact. De hoop leeft nu nog wel, dat de Pabo met minder instroom wel een hogere en kwalitatief betere uitstroom – en dus veel meer rendement – weet te ontwikkelen. Die hoop bestaat bij de VO-lerarenopleiding allang niet meer. De instroom voldoet op bijna alle schoolvakken niet meer om voldoende docenten beschikbaar te hebben voor de jeugd. Van klassieke talen tot natuurkunde, van Duits en levensbeschouwing tot wiskunde en ICT.

Lapmiddelen zijn voorbij

De ICT-sector is daarom bijvoorbeeld een eigen Human Capital Agenda gestart om de tekorten over de hele linie, inclusief die aan docenten, tegen te gaan. De minister kan net als bedrijfsleven en samenleving niet langer wachten. De minister vroeg daarom Doekle Terpstra als trekker van het Techniekpact om voorstellen te ontwikkelen met de partijen die daarin samenwerken, om het lerarenprobleem fundamenteel aan te pakken en op te lossen. Dat betekent dat zij de dynamiek verwacht van de combinatie van bedrijven , onderwijs en beleidsmakers. Het verzinnen van lapmiddelen en omleidingsroutes voor leraarschap is dan voorbij.  

Terpstra zal deze klus niet op zich nemen, als hij niet overtuigd is dat dit gaat lukken. Vanuit het bedrijfsleven zijn de signalen dat men fundamenteel iets wil doen aan het lerarentekort – en bij bètatechniek a fortiori – zeer sterk geworden. De meest recente data van de Techniekpact-monitor hebben daar grote invloed op gehad. Die monitoring liet zien dat het totaal aantal instromende studenten in de bètatechniek in HBO en WO stijgt en dan met name in het WO. In het HBO gaat het langzamer. Bij het aantal feitelijk gediplomeerden vanuit die instroom gaat het minder goed. Daar is in het HBO ten opzichte van 10 jaar geleden zelfs een lichte daling te zien. 

Bruijn zet lijnen uit     

In dat verband is het opmerkelijk, dat onderwijskenner en senator Jan Anthonie Bruijn zich eveneens uitliet over een redesign van de opleiding tot leraar. Hij bepleit een opzet, waarin de verworvenheden van doeltreffende programma’s voor excellent docentschap als Eerst de Klas worden ingebracht in een nieuwe opzet, die een grotere diversiteit mogelijk gaat maken om vanuit het hoger onderwijs en de top van de beroepspraktijk naar het vak van docent te kunnen doorgroeien.

Programma’s als het Onderwijstraineeship en Eerst de Klas “laten zien dat mensen die zijn opgeleid in een bèta- of ander vak, met een aanvullende lerarenopleiding heel goed als leraar in het voortgezet onderwijs aan de slag kunnen. Het is nodig om studenten te interesseren voor het leraarsvak, en daarnaast is het belangrijk om het bedrijfsleven dicht bij het onderwijs te brengen,” zegt Bruijn, die ten derde male voor de VVD het verkiezingsprogramma – nu voor 2017-2021 – gaat opstellen.

Dit redesign van de lerarenopleiding voor het VO in HBO en WO is daarbij tevens wenselijk vanwege de ontwikkeling naar meer hybride loopbanen en functies die kenniswerkers in hun leven ontwikkelen. “Functies zullen steeds meer gecombineerd worden. Zelf combineer ik ook patiëntenzorg, onderwijs en wetenschap. Zo kan ik kennis toetsen in de praktijk en de praktijk bespreken met mijn studenten. Deze vorm van blended learning past goed bij de toekomst.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK