Polderen in China

Nieuws | de redactie
8 december 2015 | Jet Bussemaker wil dat onderwijs als de toerustingsagenda van de samenleving wordt gezien. Bij het jubileum van de SER sprak zij over haar poldercolleges in China en de kansen op studiesucces.

De SER is 65 geworden en keek bij dat jubileum vooral vooruit. Hoe moet je in een steeds complexere, globaliserende economie met elkaar de lijnen naar duurzame groei en arbeid blijven uitzetten en de dialoog daarover verrijken? Voorzitter Mariëtte Hamer identificeerde zeven hoofdthema’s waar werkgevers, werknemers en kroonleden de komende jaren met nadruk mee bezig zullen zijn.

Leren als eten en drinken 

Scholing en kenniseconomie zijn daarbij een zeer prominent onderdeel. “Leren wordt net zo belangrijk als eten en drinken,” zei Hamer pregnant. Het nieuwe motto van het polderoverleg is daarom vanaf nu ‘denkwerk voor draagvlak door dialoog’.

Namens het kabinet sprak minister Bussemaker bij dit jubileum. Zij karakteriseerde het Nederlands polderen als iets heel aparts in de wereld, omdat het nogal egalitair is, altijd vrij pragmatisch op resultaat gericht en opvallend huiselijk van toon en aard. “Als je hier een akkoord probeert te sluiten, dan kom je bij een minister thuis of bij de werkgeversvoorzitter in de woonkamer en dan halen we bij de afhaalchinees bami. Dat is allemaal erg huiselijk en gewoon. In andere landen doen ze zoiets toch echt anders.”

De intensiteit en pragmatiek van deze dialoog herkende Bussemaker ook in het recente HO-advies van de SER. Daardoor was het volgens haar heel bruikbaar geworden. Het biedt zowel een sterke visie als hanteerbare oplossingen en ideeën. Voor HBO en WO vindt zij uit dit advies heel wezenlijk, dat men benadrukt dat anders dan vroeger de studenten van nu en straks van veel diversere herkomst zijn en uit veel meer verschillende voortrajecten komen.

“We zullen veel meer maatwerk moeten bieden, willen we het studiesucces van al die studenten bevorderen. Je kunt de studenten niet meer in dezelfde mal stoppen, dan gaat de uitval alleen maar toenemen.”

Onderwijs niet enkel opvang

Onderwijs wordt volgens Bussemaker nog vaak gezien als een soort opvang, bescherming van de jeugd. De dynamiek in de wereld en de economie vereist echter duidelijk meer van de sector en de professie van de leraar. “Onderwijs moet de toerustingsagenda zijn die mensen in deze wereld de mogelijkheden geeft zich blijvend te ontwikkelen.”

Hoe ingewikkeld dat kan zijn illustreerde zij met een voorbeeld dat haar recent uit onderzoek had geraakt. “Een leerling met een goede CITO-score heeft lang niet dezelfde kansen op ontplooiing als een ander in de klas met dezelfde score, als dat kind niet van thuis de vaardigheden meekrijgt die in het leren en de samenleving van nu essentieel zijn. Een kind dat zoiets wel meekrijgt heeft drie keer meer kans om door te stromen naar het hoger onderwijs.”

Zij noemde het de opdracht voor het beleid en ook voor de advisering door de SER om er voor te zorgen dat “iedereen zulke 21e eeuwse vaardigheden ontwikkelen kan en zo door kan groeien met zijn talenten. Ik noem dat de toerustingsagenda, verheffing vind ik ook een mooie term daarvoor.” De SER wordt door het kabinet daarom structureel ingeschakeld om over dit type thema’s mee te denken. Dit draagt meteen bij aan de vernieuwing van de werkwijze die ‘de polder’ zich heeft voorgenomen.

‘Partners, wat zijn dat?’

Hoe bijzonder dat Nederlandse bestel is, weet Bussemaker nog uit haar tijd als politicoloog aan de UvA. “Door een collega met vrienden in China werd ik via via uitgenodigd college te komen geven in Shanghai en Beijing over het Nederlandse poldermodel. In de jaren negentig was de Communistische Partij daar bezig zich te oriënteren op succesvolle ontwikkelingsmodellen, ook die in Europa. Dat ik daar over kon komen vertellen, was toen nog echt iets uitzonderlijks.”

“Het viel ook niet mee, omdat destijds nog maar heel weinig studenten Engels spraken. In mijn colleges probeerde ik uit te leggen hoe het bij ons gaat, hoe bijvoorbeeld zoiets als de SER werkt. Alleen al het begrip ‘sociale partners’ stuitte direct op grote verwarring. Men dacht dat de vertaling niet klopte. Want wat zijn dat, partners? Ze zeiden dat er in wezen maar twee modellen waren: het oude, communistische centralisme, of de extreme markt à la Milton Friedman. Daarin komen partners niet voor.”

“Hoe wij het doen bleek echt een eye opener. Ik vond dat zelf ook een leerzame tijd. Die afstand die je van daar hebt tot hoe wij het hier doen, geeft je zelf meer helderheid over de kenmerken daar van. Dat huiselijke van hoe wij hier overleggen, gaat je dan ineens opvallen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK