Weg van de middelmaat

Nieuws | de redactie
4 november 2015 | De VVD wil een agenda die de maximale ontplooiing van iedere scholier of student beoogt. Daar zijn "nieuwe ideeën voor nodig, die wars zijn van de bestuurlijke belangen en de gestolde ideeën." Waar komen de liberalen zelf mee en werkt dat?

“Het gaat goed met Nederland.” Met die lapidaire constatering begint de notitie ‘Maximaal het nieuwe normaal’, waarmee de VVD het debat en vooral het handelen een impuls weer geven in MBO, HBO en WO en verder in de kennissector. Men plaatst zich daarmee faliekant tegenover de mopperaars, Ewiggestrigen, doemdenkers, paniekzaaiers, verongelijkten, zelfhaters en andere verwende narcisten die het maatschappelijke discours soms lijken te domineren. Daarin is de notitie in elk geval volop liberaal en bemoedigend.

Geluksrapport

De gunstige wending van het lot van ons land onderbouwt Pieter Duisenberg met zijn collega’s Lucas en Straus met recente analyses uit het ‘Wereld Geluksrapport’, de Human Capital index van het World Economic Forum en lijst van de meest competitieve landen van het WEF. We scoren hoog, opvallend hoog, maar bij het menselijk kapitaal is de trend fiks omlaag vanuit zeer hoge prestaties voorheen, in de tijd voordat Rutte regeerde als het ware.

Omdat “stilstand achteruitgang betekent” moeten nieuwe impulsen komen om lange termijn  trends als robotisering , de demografische krimp en geopolitieke uitdagingen  als watertekorten en klimaatverandering aan te kunnen. Dit vereist moed en ambitie. De VVD noemt als target 5 Nobelprijzen in de komende 15 jaar, HO-instellingen in de top van de internationaal relevante rankings, topposities in de Human Capital en Competitiveness indices en door “uitstekend opgeleid, ondernemend en ‘Hollands’ brutaal” te durven zijn.

Geen derde dimensie

In de ‘Maximale Agenda voor 2030’ is een  reeks voorstellen neergelegd. Een tijdsschema , implementatietraject of doorgerekend financieringsmodel ontbreken bijna bij alle punten. Zou een andere partij of fractie hiermee weg willenkomen, zouden Zijlstra, Harbers en Duisenberg hen ongenadig  – en terecht natuurlijk – daarom aanpakken als potverteerders, wolkenridders en onserieuze beloftenverkopers. Dat zulke cruciale voorwaarden voor een ernstig  en doeltreffend HO-beleid hier nu ontbreken, is dan ook een kwetsbaar aspect van de VVD-agenda.

Opvallend is ook het ontbreken van elke verwijzing naar inspiratie vanuit  de nota ‘De derde dimensie’ die Jan Anthonie Bruijn voor de Telderstichting schreef over een visionair, Bildung-gericht onderwijsbeleid. Aangezien hij voor Rutte het verkiezingsprogramma voor 2017 zal opstellen, wordt het zinvol te monitoren of elementen van zijn visie dan wel die van deze fractienotitie het liberaal programma 2017-2021 zullen bepalen.

Curriculum van morgen

Het eerste deel van de VVD-notitie  gaat over ‘het curriculum van morgen’. Daar kiest men zonder omhaal voor het rapport van de #onderwijs2032 denktank, inclusief de invoering van het “Engels of een andere tweede taal naast het  Nederlands vanaf  de kleuterklas.”. Of men daar Turks of Arabisch als zo’n tweede taal uitsluit dan wel volledig incorporeren wil, wordt niet duidelijk, maar zal in de VVD-aanhang en voormalige aanslag vast fel bediscussieerd worden.

De curriculum vrijheid van scholen is bij de VVD zeer beperkt blijkens deze visie. De volgende aspecten willen de liberalen centraal geregeld of voorgeschreven zien:

  • Basisvaardigheden als taal en rekenen
  • Nauwlettend monitoren “van leerprestaties en centrale toetsing op jonge leeftijd”
  • Preventie van laaggeletterdheid hierdoor
  • #Onderwijs 2032
  • Focus op techniek en ICT
  • Creatief oplossingen leren verzinnen
  • Leren samenwerken
  • Leren ondernemen
  • Engels of andere tweede taal vanaf de kleuterklas
  • Maker Education
  • Basispakket VO bestaande uit Nederlands, Engels, Wiskunde/Rekenen en Burgerschap “op één en hetzelfde niveau”
  • Thematische benaderingen zoals ‘duurzaamheid’ door combinaties van biologie, aardrijkskunde en natuurkunde
  • Invoering van het vak loopbaanoriëntatie in PO en VO
  • MBO-curriculum vastgesteld conform het HO
  • Burgerschapsvorming “die zich in alles uit”

En toch vrijheid?

Deze waslijst vaak nieuwe of aangescherpte centraal eisen – die ook vroegtijdig in de jeugd actueel getoetst zullen moeten worden – verhindert niet dat de VVD tegelijkertijd een opvallende inhoudelijke ruimte suggereert voor scholen en docenten. Maar ook hier is de feitelijke beleidsvrijheid beperkt. Zo wordt lapidair gemeld; “alle scholen…..sluiten in hun aanpak aan bij initiatieven als Stichting Leerkracht.” Dit is in strijd met zowel het rapport Dijsselbloem (‘niet hoe maar wat’ mag de overheid voorschrijven) als meet de Grondwet. De minister mag de scholen geen HRM-beleid of pedagogische methodieken voorschrijven immers, conform artikel 23 en de daarin opgenomen vrijheid van inrichting.

De notitie meldt daarbij dat “het precieze curriculum van het onderwijs nadrukkelijker moet worden vastgesteld door docenten zelf.” Een definitie van dat ‘precieze curriculum’ ontbreekt. Bedoeld wordt vermoedelijk te zeggen, dat de nadere precisering en invulling van het curriculum in lesprogramma’s en het bredere onderwijsprogramma van de school en schoolsoorten aan de professionals gelaten wordt. Dat is een beleidsvrijheid die niet verschilt met het huidige bestel, maar dat kent minder detailvoorschriften dan het curriculum en het werk van de scholen dan de VVD-notitie nu toch voorstelt op te leggen.

Het voorschrijven van Maker Education “op alle scholen in Nederland” is opmerkelijk te noemen. Een heldere definitie daarvan bestaat namelijk niet. Staatssecretaris Dekker subsidieert de eerste uitwerking van dit onderwijsconcept met €150.000 dankzij de bijeenkomst ScienceMakers NL waar hij optrad en de initiatiefnemers sprak. De activiteiten onder de vlag Maker Education in andere landen zijn bont en breed gespreid. Het vanuit de overheid van bovenaf opleggen ervan aan alle scholen is in geen enkel land nog aan de orde.

Flexibiliteit voor besturen

De VVD geeft schoolbesturen wel veel maar flexibiliteit en vrijheidsgraden. Zo hoeven goede of excellente scholen “zich niet verantwoorden ten aanzien van de urennorm” en zullen regels geschrapt worden die digitale onderwijsvormen belemmeren bij “Ipad-scholen, flipping the classroom’” en MOOCs. Ook willen de liberalen het vestigingsplaatsbeginsel schrappen en toestaan dat leerlingen minder VO-vakken volgen “als daar meer diepgang tegenover staat in een ander vak.”

Ook kunnen scholieren de profielen in het VO loslaten en naast het verplichte basispakket hun eigen vakkenpakket “op basis van hun interesses en gewenste keuze van vervolgopleidingen” samenstellen. Onhelder is nog of de effecten die hiervan mogelijk zijn op het civiel effect en doorstroomkansen dan primair de verantwoordelijkheid van de ouders of toch van de school blijven. Juridificering van dit keuzeproces zou hier kunnen dreigen.

Van Kemenade droomt

Het tweede deel van de VVD notitie bevat veel relevants voor MBO, HBO en WO. Men wil “weg van de middelmaat” en “docenten die talent op alle niveaus herkennen en stimuleren.” De huidige professie doet dit blijkbaar lang niet genoeg.

In dit deel staan enkele ingrijpende structuuringrepen in het onderwijs, waar Jos van Kemenade niet over had durven beginnen vermoedelijk. Zo moeten kinderopvang, BSO en PO in één geheel en onder één dak georganiseerd kunnen worden. Tevens wil de VVD bezien of de Wet Basisonderwijs en de WVO in één regelstelsel kunnen worden ondergebracht. PO-docenten kunnen dan in de onderbouw van het VO lesgeven en doorlopende leerlijnen echt doorgezet worden.

Uit het rapport-Veerman houdt de VVD enkele kernpunten overeind: meer Ad’s, meer vwo-trajecten in het HBO, meer EVC-erkenning. De lijn van differentiatie en profilering uit Veerman moet ook voor het MBO gaan gelden. In zowel MBO, HBO als WO wordt geselecteerd aan de poort, als de liberalen het mochten voorschrijven bij wet.

Puur op kwaliteit sturen?

Het bekostigingsbetoog van de VVD is een rommelpotje, helaas. Men wil het onmogelijke verenigen en heeft de perverse prikkels daarvan niet doordacht. Wie vraagfinanciering voor heel het HO en MBO wil, moet niet de instellingen tegelijk verplichten tot selectie aan de poort. Het huidige, streng selectieve HBO- kunstonderwijs kan juist zo meedogenloos zijn aan de poort, omdat het een vaste voet en aanbodfinanciering kent. Alleen zo kan een instelling immers puur op kwaliteit sturen zonder ‘perverse prikkel’ van geldverwerving door vraagversterking.

Dat wordt nog verder verhevigd doordat de VVD binnen deze financieringsmethodiek nog twee extra factoren een grote rol wil doen spelen. Ten eerste wil men binnen de vraagfinanciering toch een fors gedeelte prestatiegebonden bekostiging invoeren, stijgend van 7% nu naar 20% van het totaal. Betekent dit 80% vraagfinanciering en 20% aanbodfinanciering? De pewrversiteit der prikkels neemt dan versneld toe.

Dat geld wil men trouwens ook nog zien te matchen door private investeerders. Jammer  dat men matching met geld uit Europa, zoals met Horizon 2020 of het EFSI, hier niet als extra impuls bij heeft gezien. Doel is met de opbrengst van de afschaffing van de studiefinanciering projecten “van kwaliteit op wereldformaat” met “meer focus en massa” te financieren. Een concrete duiding ontbreekt verder daarvan, helaas. Bovendien wil de VVD de opbrengst van “(een deel van) de studievoorschot-middelen” aan specifieke projecten besteden. De inrichting van de HO-financiering wordt op deze manier wel een onontwarbare kluwen, waarin het recht op bekostiging op basis van de Grondwet en de WHW ondermijnd wordt.

Meer routes naar leraarschap?

Interessant zijn de denklijnen van de liberalen over de leraren. “Er moeten meer routes komen om docent te worden,” stellen zij. We hebben momenteel echter alles behalve gebrek aan losse projecten en routes, maar vooral tekort aan effectiviteit, capaciteit, studiesucces en verscheidenheid onder de leraren en hun opleidingen. Wat overigens dan weer opvalt is dat in de VVD-voorstellen nergens wordt vermeld hoe en waar die maker education docenten opgeleid moeten worden, die straks op alle scholen in Nederland zouden optreden.

Voor de professionele kwaliteit van de leraren moet het register zorgen, dat verplicht wordt gesteld. Tegelijk wil de VVD meer parttime en gastdocenten voor de klas, die niet geregistreerd (kunnen) worden. Terecht, anders zou ook Mark Rutte zijn vmbo-lessen als een onbevoegd beunhaas geven. Het register moet bovendien meer gedifferentieerd worden met meer soorten docent. Het is kortom nog een ‘work in progress’, dat onaf is. Los van het register bepalen de liberalen tegelijkertijd reeds nu in deze notitie, dat “topleraren meer gaan verdienen,” dankzij kwalitatieve differentiatie van de bekostigingsstructuur in het onderwijs. Welk gezag heeft dat register dan nog, als dit sowieso wordt doorgevoerd?

Liberaal Berufsverbot

Ook topdocenten in het HBO en WO mogen zich verheugen op meer salarisruimte bij de VVD-plannen. De minister van OCW mag voor de beste wetenschappers de Balkenende-norm en Plasterks aanscherpingen buiten werking verklaren. Bepaalt dus OCW bij aanstellingen aan een hogeschool of universiteit wie ‘top’ genoeg is, of is dit een zaak van hun bevoegd gezag? De Grondwet is hier duidelijk over en de WHW ook, gelukkig.

De afkeer van managers en ‘de heren van het kartel’ van de besturen en koepels gaat in de VVD zo ver, dat de allerbeste geleerden en docenten dan wel verboden wordt bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen. De van de Plasterk-wet bevrijde toppers moeten namelijk “een deel van hun tijd aan onderwijsactiviteiten besteden en mogen geen managementtaken vervullen.”

Martin Paul had zo dus geen decaan en collegevoorzitters kunnen worden, Carel Stolker en Douwe Breimer geen rector, Frans de Ruiter geen conservatoriumchef en Ewine van Dishoeck niet de voorzitter van de wereldfederatie van astronomen? Dit liberaal Berufsverbot is wellicht het meest verbluffende voorstel in de ‘Maximaal normaal’ agenda.

Meer macrodoelmatigheidstoetsing

Het derde deel van de VVD-notitie bevat veel LevenLangLeren en arbeidsmarkt-relevante punten. Men wil ook het MBO à la HO door een NVAO-constructie doen accrediteren. De macrodoelmatigheid van opleidingen “moet vaker tussentijds getoetst” worden om de actualiteit van het aanbod voor de arbeidsmarkt optimaal te houden. De wens van de VSNU dat de CDHO wordt opgeheven, wordt door de liberalen niet gedeeld, ondanks beider warme gevoelens bij ontbureaucratisering.

De VVD valt de SER bij ten aanzien van de kwaliteitsafspraken: stevig, breed en doorwerkend in de bekostiging. Een breed kwaliteitsbegrip heeft aandacht voor meer internationalisering, meer excellentie en honours à la Sirius, en meer kleinschalig, intensief hoger onderwijs.

Meer Europa

Ook komt Deetmans ‘voorwaardelijke financiering’ van R&D terug; langjarige zekerheid van bekostiging, maar dan wel strenge afspraken en kwaliteitsborging. De VVD wil dat Europa de lange termijn doelstellingen mee bepaalt bij het onderzoek. De “allocatie van wetenschapsgeld moet meer aansluiten op maatschappelijke uitdagingen en het Europese Horizon 2020 programma.”

Hierin herken je dan wel het handschrift van Jan Anthonie Bruijn. Dat is ook het geval in de lapidaire tekst over een aantrekkelijker kennismigrantenregeling om talent naar ons land te lokken. Het gaat immers goed met Nederland en ons HBO, WO en R&D verdienen het dat de allerbesten er komen werken, doceren en onderzoeken.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK