Babytaal en vogelzang

Nieuws | de redactie
26 maart 2015 | “We weten inmiddels heel veel over losse stukjes.” Taalkundige Claartje Levelt wil als hoogleraar in Leiden nu vooral het geheel van hoe baby’s taal verwerven doorgronden. Uit onderzoek met biologen blijken opvallende overeenkomsten tussen de manier waarop baby’s taal leren en vogels zang leren, bijvoorbeeld.

Claartje Levelt aanvaardt op 27 maart haar benoeming in Leiden als hoogleraar Eerste Taalverwerving met haar oratie: ‘Taal in de kinderschoenen’. In het Babylab Leiden onderzoekt ze wat baby’s al van taal weten voordat ze beginnen te praten. Ook bekijkt ze hoe het vroege taalproductiemechanisme werkt en hoe dit zich in de loop van de tijd ontwikkelt.

Voor een pasgeboren baby is de moedertaal een onbekende stroom van geluid. Zonder instructies moet hij of zij woorden leren horen, de zinstructuur analyseren en de relaties tussen woorden leren begrijpen. Dit lijkt een duizelingwekkende taak. Hoe komt het taalsysteem van de grond? Dit vragen onderzoekers op het gebied van de eerste taalverwerving zich af.

Ligt in baby stappenplan al klaar?

We weten inmiddels heel veel over losse stukjes, aldus Levelt. Het onderzoeksveld telt talrijke kleine specialismen die afzonderlijk over veel kennis beschikken. Maar nu is de tijd rijp om over de muren van de specialismen heen te kijken en via samenwerkingsverbanden kennis te bundelen.

Een samenwerkingsverband is bijvoorbeeld dat tussen gedragsbiologen en taalwetenschappers. Uit gezamenlijk onderzoek blijkt dat er opvallende overeenkomsten zijn tussen de manier waarop baby’s taal leren, en de wijze waarop vogels zang leren. Beide krijgen het alleen onder de knie als ze een voorbeeld horen in hun omgeving. Maar er is een belangrijk verschil: dieren hebben niet de cognitieve vaardigheden die specifiek voor taal nodig zijn. Onderzoek naar de precieze aard van dit verschil kan meer inzicht geven in de vroege taalverwerving van baby’s, aldus Levelt.

Een andere belangrijke onderzoeksvraag is hoe het stappenplan tot stand komt om spraak te produceren. Als iemand een woord wil zeggen, moet hij of zij onder andere eerst de klanken waar het woord uit bestaat uit het geheugen halen. Deze klanken worden vervolgens gegroepeerd in lettergrepen en er wordt een motorplan voor opgesteld. Voor het uitspreken van het woord tenslotte is een gecoördineerde actie van de spiertjes in de mond-keelholte nodig. Bij een geoefende spreker speelt dit hele proces zich binnen een paar honderd milliseconden af. Levelt gaat onderzoeken of het stappenplan bij de geboorte al klaar ligt of dat het tijdens de taalontwikkeling vorm krijgt.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK