Krimpen zonder kramp

Nieuws | de redactie
10 oktober 2014 | Limburg heeft het hoogste geboortetekort van Nederland. Bovendien vertrekken er jaarlijks veel meer mensen dan erbij komen. Innovatieve bedrijvigheid kan tegenwicht bieden, dat stelt prof. dr. Frank Cörvers bij zijn oratie als bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Maastricht.

Cörvers aanvaardt vandaag het ambt van bijzonder hoogleraar ‘Demografische Transitie, menselijk kapitaal en werkgelegenheid’ in Maastricht. In oratie gaat hij in op de ernst van krimp voor de provincie Limburg en hoe er aan te ontsnappen is. Bevolkingskrimp, ontgroening en vergrijzing zijn volgens Cörvers transities waarop weinig invloed is uit te oefenen en dus is het niet nodig er krampachtig over te doen. 

Onverwachte veranderingen

“De ernst van de krimp-kramp wordt vooral bepaald door de zogeheten aanpassingskosten. Deze zijn hoog als grote investeringen in economische activiteiten versneld moeten worden afgeschreven, inclusief de kennis en vaardigheden behorende tot het menselijk kapitaal van de beroepsbevolking,” stelt Cörvers. 

“Versnelde afschrijvingen zijn het gevolg van onverwachte veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking of de werkgelegenheid. Het gaat hierbij om woonwijken, schoolgebouwen, culturele en sportvoorzieningen met leegstand vanwege de krimp, of om bedrijventerreinen die in onbruik zijn geraakt.”

Differentieer krimpbeleid 

Cörvers pleit voor het differentiëren van het krimpbeleid voor de regionale arbeidsmarkt naar lager, middelbaar en hoger opgeleiden. De hoger opgeleiden zijn voor een regionale arbeidsmarkt van belang als aanjager voor economische en werkgelegenheidsgroei. 

Limburgse beleidsmakers kunnen het wegtrekken van deze mensen voorkomen door het initiëren van innovatieve economische activiteiten die zoveel mogelijk aansluiten bij de opleidingsachtergrond van de hoger opgeleiden in hun regio. Voorbeelden zijn de Limburgse campussen  als de Maastricht Health Campus, Chemelot, Greenport en dergelijke nieuwe initiatieven van de Universiteit Maastricht, het bedrijfsleven en de regionale overheden en de Kennis/As-projecten.

“De geringe geografische mobiliteit van lager opgeleiden betekent juist dat zij vrijwel geheel op de eigen regio zijn aangewezen. Er moeten dus vooral op lokaal niveau inspanningen worden verricht om de lage arbeidsparticipatie van vooral ouderen en vrouwen te stimuleren, hetgeen van groot belang is bij een krimpend arbeidsaanbod.” 

”Ook de middelbaar opgeleiden zijn in sterke mate regionaal gebonden. Vooral op krimpende arbeidsmarkten is het van groot belang dat jongeren een middelbare beroepsopleiding kiezen die aansluit bij de regionale arbeidsvraag, zodat zo weinig mogelijk menselijk kapitaal verspild wordt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK