Vind je stem

Nieuws | de redactie
4 september 2014 | Ze begon als operazangeres, werd directeur Onderwijs bij energiegigant BP en is nu CvB-lid in Cambridge. Jennifer Barnes wil vrouwen in het hoger onderwijs opporren alles te geven en mannen trouwens niet minder. “Be a geek!”

Bij de opening van het academisch jaar van de Universiteit Maastricht sprak de Pro-Vice-Chancellor for International Strategy van de University of Cambridge. Ze zong geen aria, hoewel dat best had gemogen. Zij opende immers ooit het seizoen in het spectaculaire Sydney Opera House in Puccini’s Madama Butterfly. In Wagners ‘Ring’ zong zij één van de wilde dochters van Wotan, de Walküre Grimgerde, in ‘Carmen’ de lieftallige Micaela en in Benjamin Brittens ruige, aangrijpende ‘Peter Grimes’ de lerares Ellen Orford.

Deze verscheidenheid en die prachtige rol als lerares, die zich vergeefs over de ruige visser Grimes ontfermt, maken haar zeker geschikt voor een universitaire topfunctie. Haar wetenschappelijke loopbaan kreeg een impuls, toen zij neurologisch onderzoek ging doen naar de elektrische golven die bij de stemspieren van zangers en de fysiek van balletdansers een grote rol spelen. De lessen hieruit zijn wereldwijd in de curricula van conservatoria opgenomen in het leren omgaan met stress op het toneel.

Liever doe ik het gewoon

Toen ze bij BP de eerste directeur werd van de divisie voor ‘global education’ kon ze jaarlijks zo’n €200 miljoen investeren in hoger onderwijs activiteiten. Geen wonder dat Cambridge Jennifer Barnes binnenhaalde als president van één van de colleges en haar vervolgens promoveerde tot één van de CvB’ers.

Eigenlijk wilde zij niet komen spreken over hoe vrouwen in het hoger onderwijs hun plek nog steeds moeten bevechten. “Liever doe ik dat gewoon, dan dat ik er over praat.” Maar UM-collegevoorzitter Martin Paul had haar uitgedaagd en nu nam zij de handschoen dan toch maar eens op.

Tijdens haar promotieonderzoek in de neurologie ontdekte zij dat operazangeres een zwaar vak is, fysiek en mentaal, maar R&D nog wel zwaarder eigenlijk. Als diva moet je voor duizenden mensen ‘live’ alles geven in een extreem complexe omgeving, als onderzoeker ben je altijd bezig, vaak alleen met je onderwerp en zonder groot support-system.

Voor een loopbaan in hoger onderwijs en onderzoek moet je daarom stevig in je schoenen staan. Maar dat moeten mannen net zo goed en vrouwen moeten niet denken dat onzekerheden daarbij een soort feminien menselijk tekort zijn. Waar het volgens Barnes om gaat is wat je met je onzekerheden leert doen, vrouw of man, maakt niet uit.

Oustanding women

Daarom is haar opvatting over programma’s om meisjes en vrouwen in het HO te stimuleren genuanceerd geworden in de loop der jaren. “We moeten de besten, de veelbelovenden opzoeken en alle kansen geven. Dat moeten we bij alle groepen doen, dus zeker bij vrouwen. Maar ook bij mannen, bij groepen met achterstanden.” Wat de verkeerde toon en inzet is weet Barnes ook: “We need to support these poor girls who need us so much.”

“Ja dat moeten we zeker doen, maar dat moeten we voor alle jongeren doen die op die manier in het hoger onderwijs hun volle talent kunnen ontplooien. Het is riskant als vrouwenprogramma’s defensief worden als verdedigingslinies voor vrouwengroepen en -thema’s. Want de mannen in het hoger onderwijs gaan denken: ‘diversiteit is gedekt in zulke projecten en dat is mooi zo’. Verder blijven zij doen wat ze deden.”

“Ik ben dus erg voor het promoten van ‘outstanding women’ in alle disciplines en professies. Maar ik ben ook voor ‘outstanding’ mensen uit elke andere groep. Het is geen tegenstelling, beiden hebben we nodig. Zulke mensen hebben vier eigenschappen en die moeten we steeds bevorderen en ze daar op uitzoeken: moed, integriteit, permanente zelfkritiek ,‘levenlangleren’ als zoektocht naar anderen om hen verder te brengen.”

Beckham en rappers

Terwijl de meisjes in het onderwijs steeds ‘hoger scoren’, zien we dat jongens wereldwijd ‘wegzakken’. Is dat geen veel dringender probleem geworden inmiddels? “Oh, dat is een feit, dat jongensprobleem. We geven hen voorbeelden van succes als David Beckham, als rappers, zo is het. Daarin lijkt dit steeds meer op het vrouwenvraagstuk, funny enough!” Beide hebben echte, hoogwaardige rolmodellen nodig. “Be a geek, be a nerd,” zegt de operazangeres lachend.

Daarom is Barnes een pleitbezorger van meer ‘gedurfde’ mentoring binnen het hoger onderwijs. “Heel goede vrouwen, seniors in their field”, moeten niet alleen maar andere, jonge vrouwen begeleiden. Als rolmodel zijn zij uitstekend, maar dat zijn ze ook voor mannen. Laat ze ook jongere mannen mentoren, want zo zien zij veel directer hoe topvrouwen functioneren en wat daar bij komt kijken.”

“De ervaring is dat organisaties binnen onze instellingen waar veel jongere mannen met een gezin werken het meest open zijn voor de eisen die vrouwen stellen aan het verenigen van loopbaan en zorgtaken. Heel veel jonge mannen willen ook graag actief zijn in de opvoeding van hun kinderen. Als dus zowel de mannen als de vrouwen dit van hun ‘baas’, hun organisatie vragen, dan is dat voor de academische loopbaan van vrouwen heel gunstig.”

Silly boys

Jennifer Barnes is bij deze ontwikkeling gedreven, maar ook zeker optimistisch. Zij is getroffen hoe meisjes van 18 tot 20 in deze tijd veel bewust en ook minder schichtig zijn. “Ze vinden veel meer ‘comfort’ samen met jongens in die leeftijd dan vroeger mogelijk leek. Voor mensen van andere generaties is dat zo opvallend.”

“Ze zijn ‘savvy’, ze hebben die jongens tussen 13 en 17 zien ‘rommelen’ op school, “silly boys”. Ze weten prima hoe ze hen moeten aanpakken. Ze hebben ook een hoop vrienden onder hen, heus dat is echt iets heel nieuws in de generaties van nu vergeleken met vroeger. Jongens komen er in die leeftijd ook veel meer voor uit als ze homo zijn, ook dat helpt echt! Hun vriendschappen met meisjes van hun leeftijd zijn normaal, zijn ook een inspiratie voor andere jongens geworden. Die zijn ook niet gek, he? Dit gaat in het hoger onderwijs ons nog verrassen wat daarmee aan sociale verandering mogelijk wordt.”

Strijd met jezelf en docent

De operadiva ziet hier allerlei verbindingen met haar uitdagende, rijke vak vroeger. “In het hoger onderwijs doen we uiteindelijk wat ten diepste op conservatoria gebeurt. ‘We learn them to find their voice. That is who they are.’ Maar soms betekent dit ingrijpende verandering, het openbreken van dat talent, een stem die nog verborgen zat.

“Dan werk je met een jonge bariton en je merkt dat in hem een ander geluid schuil gaat, een countertenor, een belcantotenor bijvoorbeeld. Het muzikaal talent is er, maar je moet er uit halen wat dat geluid is, wie die stem is. Die is soms iets heel anders dan de student denkt dat hij is. Dat is soms heel confronterend, een strijd met zichzelf en de docent.”

“Ik bleek zelf een sopraan te zijn die toch ook een half soort mezzo was. Die lagere tonen en mijn postuur – lang en slank – maakten dat ik heel veel ‘Hosenrollen’ kon zingen. Ik zong dus niet alleen de dienster Suzuki in Madama Butterfly, maar ook allerlei jongens als Cherubino in Mozarts Nozze di Figaro.”

Gewerkt met Strauss

Jennifer Barnes straalt als ze vertelt over die transformatie in haar vak en rollen. “Oktavian, die 17-jarige minnaar in ‘der Rosenkavalier’ van Strauss? Oh ja, die heb ik zo vaak gezongen. Heerlijk! Van Richard Strauss vooral ook ‘der Komponist’ in ‘Ariadne auf Naxos’. Dat is echt mijn lievelingsrol geworden. Die felle, jonge musicus die wanhopig met iedereen heibel maakt, dat is natuurlijk Strauss zelf. Hij heeft zijn jonge ‘ik’ daar durven schetsen en op het toneel gezet.”

“Mijn lerares was een gevluchte zangeres uit Wenen. Zij had nog met Strauss gewerkt daar. Ik leerde via haar direct hoe hij die muziek en die rollen zag. Weet u, als ik ‘Hosenrollen’ zong en acteerde was dat tijdens de repetities altijd veel lol met mijn ‘very straight colleagues who were tenors or baritones’.”

“Maar als ik dan helemaal opgemaakt en in kostuum als jongen optrad in de generale en de première zeiden ze na afloop: ‘We vonden je al leuk hoor, maar zó ben je echt een lekker ding!’ U schrijft dit nou allemaal niet op voor ScienceGuide, hè?” Maar toen mocht het toch wel, in het kader van ‘150 jaar Richard Strauss’ in 2014. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK