MBO-uitstroom succesvol gemotiveerd

Nieuws | de redactie
16 juni 2014 | Exitgesprekken met MBO’ers rond hun diplomering blijken effectief voor succesvolle keuzes van vervolgstudies en -stappen. Vooral op de lagere MBO-niveaus en bij allochtone studenten blijkt de invloed van zulke reflectie op de onderwijsloopbaan aanzienlijk en motiverend, laat Maastrichts onderzoek zien.

Uit de meest recente analyse van het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt blijkt dat het School-Ex 2.0 programma met name voor de meer kwetsbare jongeren effectief is. Dit programma richt zich op het motiveren van mbo’ers om door te leren en hen gericht te laten kiezen voor een opleiding met een goede kans op werk, bijvoorbeeld de techniek.

In het kader van het School Ex 2.0 programma zijn in het schooljaar 2012-2013 over de hele breedte van het MBO exitgesprekken gevoerd met (aanstaande) gediplomeerden. Doelstelling was de jongeren bij hun vervolgstappen te ondersteunen en te stimuleren om hun onderwijscarrière voort te zetten. Gemiddeld geeft ruim een kwart van de jongeren die een exitgesprek heeft gehad aan hierdoor in de keuze voor vervolgstappen beïnvloed te zijn. Het gaat dan om de keuze om door te leren (4%), een andere opleiding te gaan volgen dan men eerst van plan was (5%)  te gaan werken (6%) of een ander manier van beïnvloeding (12%).

Meeste effect bij meest kwetsbaren

De mate van beïnvloeding is daarbij het hoogst onder de jongeren die het meest kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt: de gediplomeerden van de lagere niveaus van het MBO-BOL en de gediplomeerden van niet-westerse afkomst. Na een jaar kan nog niet worden aangetoond dat de exitgesprekken hebben geleid tot meer MBO-gediplomeerden die hun onderwijscarrière voortzetten.

Minister Bussemaker vindt deze uitkomsten van belang en roept de ROC’s op met zulke exitgesprekken voort te gaan. “Deze evaluatie laat zien dat de gesprekken zinvol zijn en dat mbo-studenten daadwerkelijk profijt hebben als ze op weg worden geholpen om een juiste opleidingskeuze te maken. Het is en blijft belangrijk om met jongeren het gesprek aan te gaan over wat wil ik, wat kan ik en hoe kom ik daar? Ik roep scholen op deze gesprekken voort te zetten en komende tijd vooral die jongeren op te zoeken die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt”.

Meer professionaliteit

Enkele bevindingen uit de rapportage zijn:

•             Bijna 100% van de onderzochte scholen meldt dat exitgesprekken hebben plaatsgevonden en 70% van de gediplomeerde MBO-ers heeft minimaal 1 keer met een medewerker van school over zijn/haar toekomstplannen gesproken.

•             De nadruk op exitgesprekken binnen het School-Ex 2.0 programma lijkt ertoe te hebben geleid dat in scholen waar dit nog niet de gangbare norm was (28% van de scholen die aan de enquête hebben deelgenomen), een ‘formeel circuit’ van exitgesprekken is opgestart bovenop het al langer aanwezige informele circuit van exitgesprekken. Dit kan tot een verdergaande professionaliteit in het voeren van exitgesprekken leiden.

•             De mate van beïnvloeding is hoger bij gediplomeerden van de lagere MBO-niveaus, maar gering bij de hogere MBO-BOL niveaus en zeer gering bij de hogere MBO-BBL niveaus. Niet-westerse allochtonen worden daarnaast sterker beïnvloed door exitgesprekken. Indien door budgetrestricties (tijd, geld) keuzes gemaakt dienen te worden, is het dan ook aan te raden om exitgesprekken te focussen op de (aanstaande) gediplomeerden van lagere MBO niveaus en de groep niet-westerse allochtonen.

•             50% van de gediplomeerde MBO-ers vond het exitgesprek nuttig dan wel heel nuttig. Onder de groep jongeren die door het gesprek is beïnvloed in de keuze om al dan niet door te leren is dit percentage zelfs 59%. Ook een overgrote meerderheid van de bevraagde scholen (81%) geeft aan dat de exitgesprekken als (heel) nuttig zijn ervaren.

Ook impact bij VMBO

Het ROA- rapport analyseert ook de effecten van studiekeuzegesprekken en ombuigingsgesprekken die met gediplomeerden van het VMBO voorafgaand aan hun start van een MBO-BOL opleiding zijn gevoerd. Doelstelling van het School-Ex 2.0 programma is daarbij om jongeren die zich voor opleidingen met slechte arbeidsmarktkansen aanmelden, om te buigen naar opleidingen met goede arbeidsmarktperspectieven.

Enkele bevindingen hieruit zijn:

•             Een ruime meerderheid (66%) van de jongeren die in het schooljaar 2013/2014 met een MBO-BOL opleiding is gestart, geeft aan dat ze hun opleidingskeuze besproken hebben op hun huidige MBO-school. Tegelijkertijd geeft de helft van de ondervraagde school-domein combinaties aan dat deze studiekeuzegesprekken niet het ombuigen van jongeren naar opleidingen met betere arbeidsmarktperspectieven als doelstelling hadden. Opvallend is dat daarbij 20% van de school-domein combinaties als reden aanvoert dat dit ten koste gaat van de instroom. Dat suggereert dat in sommige gevallen de belangen van de instelling niet parallel lopen met die van de student.

•             17% van de VMBO-gediplomeerden start uiteindelijk met een andere MBO-BOL opleiding dan hij of zij oorspronkelijk van plan was. Nog eens 28% twijfelde tussen een aantal MBO-BOL opleidingen. Als ombuigingsgesprekken effect hebben, dan zijn het deze groepen leerlingen waar het effect het grootst zal zijn.

•             Tussen de 4 en maximaal 10 procent van de respondenten werd door een studiekeuzegesprek omgebogen naar andere studie.

•             Jongeren die kennis hebben van de slechte arbeidsmarktperspectieven van een opleiding kiezen eerder voor een andere opleiding: 42% van de jongeren die voor de start van de opleiding van studiekeuze gewisseld zijn hebben het idee dat de kansen op het vinden van een baan daardoor (aanzienlijk) beter zullen zijn.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK