Kwalificatie minder waarde op zich

Nieuws | de redactie
3 juni 2014 | De toekomst van het hoger onderwijs is “rusteloos, ja misschien zelfs stormachtig.” OECD-topman Dirk van Damme noemt “de idee opnieuw populair dat we niet zoveel mensen naar het hoger onderwijs moeten sturen” en “hoogvliegers selecteren.” Dat staat “haaks op alle analyses van de trends op de arbeidsmarkt.”

Van Damme zet in een essay voor de strategie discussies in het HBO door de Vereniging Hogescholen de hoofdlijnen uiteen voor die “misschien zelfs stormachtige” toekomst. Zo moeten universiteit en hogeschool zich nadrukkelijk vergewissen van de ‘hollowing out of the middle class’ en zich durven afvragen of het binaire karakter van het hoger onderwijs nog wel relevant is.

Achterhaalde modellen?

“Samengenomen dienen zich voor de hogescholen een aantal belangrijke vragen aan: leiden we genoeg mensen op voor hooggeschoolde beroepen van de toekomst, bereiden we in voldoende mate voor op de competentiewissel naar non­routine skills door bijvoorbeeld mensen beter leren beslissingen te nemen in contexten van grote onvoorspelbaarheid en onzekerheid, en definiëren we eindcompetenties en curricula niet in functie van achterhaalde modellen?”

Hij waarschuwt bestuurders en onderwijsbeleidsmakers voor de gedachte, dat zij met een extra scheut autonomie voor instellingen wel goed verder kunnen komen, in het licht van de uitdagingen war zij vooral de voorbije jaren voor geplaatst waren. “Met (nog) meer autonomie en voldoende bestuurskracht moeten de instellingen in staat zijn om hun rust terug te vinden. Zo denken momenteel toch vele beleidsvoerders en bestuurders, en andere actoren en stakeholders. Ik vrees dat dit toch een ietwat naïeve gedachte zal blijken te zijn.”

Uitgeholde middenklasse

De veranderingen in de kennistoepassing in zowel de economie als de samenleving in den brede zijn hiervoor te fundamenteel. “Die veranderingen verlopen enigszins anders dan vele experten tien tot vijftien jaar geleden voorspelden. Zo is de achteruitgang van het aandeel laaggeschoolde jobs veel minder groot dan verwacht, maar tekent er zich wel een dreigende dualisering van de arbeidsmarkt af, waarin vooral de middengeschoolde jobs lijken weggerationaliseerd te worden.”

“De ‘hollowing out of the middle class’ is internationaal momenteel een erg druk bediscussieerd thema. De vraag is of het hoger onderwijs adequaat op deze snelle ontwikkelingen inspeelt. Ik denk dat we ons toch wel over een aantal aspecten zorgen moeten maken. Op de eerste plaats leiden we te weinig mensen op voor hooggeschoolde arbeid.”

WO doet ook ‘HBO’

De manieren van denken en indelen van het aanbod van HO-opleidingen acht Van Damme in dit licht snel verouderd. Ook zijn eigen denklijn op dit terrein stelt hij onder de kritiek. “Bij de implementatie van de Bologna­ hervormingen was ikzelf voorstander van een binair hoger onderwijsmodel. Vandaag ben ik er niet meer zeker van dat de inhoudelijke argumenten voor dit model nog valabel zijn. In de sociaaleconomische realiteit dekken deze begrippenparen geen enkele lading.”

“Ook de universiteiten leiden tot professies op en in toenemende mate verstrekken de hogescholen op onderzoek gestoeld onderwijs. Ik vind academische competenties van ontzettend groot belang en denk dat universiteiten de facto voor deze academische competenties vaak een betere ontwikkelingscontext bieden, maar zij dekken slechts een relatief gering deel van de vraag naar competenties.”

Netwerken nemen over

Daarbij rijst in hoog tempo de vraag of de huidige opzet van HO-instellingen nog lang zal kunnen blijven bestaan zelfs. Technologische veranderingen zetten daar grote druk op. “Kwalificaties vormen steeds minder een waarde op zich, maar ontlenen een steeds groter deel van hun marktwaarde aan de combinatie met de instellingsnaam. Rankings versterken dit fenomeen uiteraard door de wijze waarop ze de markt structureren, maar hebben vooral een impact op de bovenste laag van het systeem.”

“Maar ook bij universiteiten en hogescholen in het middensegment is de identificatie van een kwalificatie met een instellingsnaam belangrijk. Internationalisering lijkt dit ook verder in de hand te werken: onderzoek naar internationale studenten toont aan dat zij op de eerste plaats gedreven worden door de naam en faam van de instelling, waarbij rankings een dankbare gids vormen.”

“Aan de andere kant neemt het belang van instellingen ook af. In het onderzoek bijvoorbeeld zijn samenwerkingsverbanden op mondiaal vlak vaak op heel andere manieren georganiseerd. Netwerken nemen geleidelijk delen van de institutionele kerntaken over. Communicatietechnologieën maken verbanden mogelijk die elke beperking in tijd­ en ruimte overstijgen. Ik ben ervan overtuigd dat meer flexibele vormen van onderwijs in zekere mate de­institutionaliserende effecten zullen sorteren, zoals nu al kan vastgesteld worden bij MOOCs.”

Het volledige verhaal van prof. Van Damme leest u hier op de HBO2025-site voor het strategiedebat bij de hogescholen. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK